Hier worden in 1905 kolen gelost voor Hendrik Jonker. Er waren hier vroeger mensen die als losse werkers allerlei werk aannamen en op ongeregelde tijden beschikbaar waren. Het betrof vooral schepen lossen voor de kolenhandelaren, die in de zomer de wintervoorraad per schip lieten aanvoeren. Zo werden ook schuiten met stenen voor aannemers gelost. De schrijvers van Ken je ze nog …de Alblasserdammers (1973) zagen enkele malen in hun kinderjaren een groot houten Duits rijnschip dat met een lading kolen uit het Ruhrgebied de Rijn was afgezakt tot bij het Huis te Kinderdijk gevestigde kolenhandelaar Hannes de Jong, de broer van bakker de Jong Het schip ging voor anker in de Noord met meertouwen naar de teen van de dijk om vrij van de stenen te blijven. Een lange zware plank van het schip uit vormde dan de verbinding met de vaste wal. Daarna kwam de kolendragersploeg, die de kolen zak voor zak uit het ruim naar de wal , tegen de dijk op en over de dijk naar de binnendijkse kolenhoop versleepte. Bij kolenhandel Jonker, die buitendijks aan het water was gevestigd, ging het gemakkelijker. Wij noemen als ploegwerkers Jan de Waard en zijn vader, Kees de Kok, Hannes Brouwer, Dirk den Boef en Jan ’t Hoen. Uit: Wie kent ze nog….de Alblasserdammers. Geplaatst door Bastiana Bouman